Geschreven door Anne Kuit, editing/feedback door Joy Van de Cauter
We zien het allemaal weleens op tv of in reclames, boeken en films: eenzijdige of negatieve representatie van een bepaalde sekse of genderidentiteit. De neiging om rollen, gedragingen en karakteristieken te associëren en te reduceren tot iemands geslacht of genderidentiteit noemen we genderstereotypering. Ook op het werk worden we hiermee geconfronteerd. In dit blog doen we een poging grip te krijgen de impact van genderstereotypen op het werk bij trans personen.
Gender op het werk
Werkgevers lijken er steeds meer aan te doen om ál hun werknemers zich thuis te laten voelen op de werkvloer. Steeds meer organisaties en bedrijven besteden aandacht aan de inrichting van hun toilet en/of hanteren genderinclusieve taal (zie ook onze laatste blog en het advies dat de Nieuwe Taalunie onlangs uitbracht,) en ook de loonkloofcijfers stemmen de laatste jaren steeds vrolijker. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat vrouwen nog steeds te maken kunnen krijgen met onderwaardering en discriminatie in betaald werk en moeten voldoen aan te hoge verwachtingen in zorgtaken. Omgekeerd krijgen mannen minder kansen om zorgtaken te vervullen en wordt er van hen verwacht dat zij voorrang geven aan werk en de voornaamste kostwinner zijn (Meeussen e.a., 2022). Het is een zeurend staartje van de lange geschiedenis van westerse man/vrouw rolpatronen die gelukkig steeds meer doorbroken worden, onder andere door de mateloze inzet van vrouwen en lgbtq’ers.
Trans @ work
Er is al veel onderzoek gedaan naar en gezegd over de betekenis van gender op de werkvloer. Maar bij het lezen van dit soort onderzoeken valt gelijk op: de specifieke positie van personen wiens genderidentiteit niet overeenstemt met hun geboortegeslacht komt niet aan bod. “Dat is een gevolg van het feit dat over deze zeer diverse groep, die aangeduid kan worden met de overkoepelende term ‘transgender personen’, momenteel nog niet op een systematische manier gegevens worden verzameld, wat een belangrijke voorwaarde is om te komen tot betrouwbare en kwaliteitsvolle openbare statistieken.”, aldus Jo Noppe, Myriam Vanweddingen en Karolien Weekers in het rapport ‘maatschappelijk positie en participatie van mannen en vrouwen’. De gelaagdheid en de mogelijke veranderlijkheid van de genderidentiteit wordt op deze manier niet gemeten of erkend (Motmans e.a., 2020). En wie zich niet als man of vrouw wil of kan identificeren, wordt niet correct onderscheiden of zelfs genegeerd in de cijfers. In dit blog leggen we dus verschillende onderzoeken en getuigenissen naast elkaar, want hét onderzoek waar we dé informatie uit kunnen putten bestaat nog niet.
Genderstereotypen en beroepskeuze
In 2021 onderzocht de VUB de relatie tussen gendernormen en beroepsvoorkeuren bij 10 tot 13-jarigen in Vlaanderen. Uit hun analyses blijkt dat gendernormen zowel voor meisjes en jongens leiden tot stereotiepe beroepsvoorkeuren, maar dat dit op verschillende wijze gebeurt voor jongens en meisjes. “Mannen worden verwacht technisch, fysiek sterk, dominant en moedig te zijn. Die kenmerken komen ook terug in beroepen waar mannen oververtegenwoordigd zijn, zoals elektriciens, software ingenieurs, metselaars, managers van grote bedrijven en brandweerpersoneel. Daarnaast zouden vrouwen zorgzaam en sociaal moeten zijn en bezig moeten zijn met schoonheid. Die kenmerken komen ook opnieuw terug in de beroepen waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn, zoals kleuterleidsters, verplegend personeel, kappers en modellenwerk.”
Als mannen toch voor een ‘vrouwenberoep’ kiezen, voelen ze zich vaak bedreigd door bepaalde stereotypes; mannelijke leerkrachten denken te worden aangezien als ‘minder zachtaardig, minder zorgend en vaak ook agressiever’, blijkt uit onderzoek van de KU Leuven en de Universiteit van Queensland Australië.
Maar er zijn meer opvallende resultaten in het VUB-onderzoek: “Bij meisjes merk je een discours dat wijst op ‘Ik bezit de competenties niet om een mannelijk beroep uit te oefenen’, terwijl dat bij jongens net ‘Het hoort niet dat ik een vrouwelijk beroep zou uitoefenen’ is. Ons onderzoek toont namelijk dat de ontwikkeling van stereotiepe voorkeuren bij jongens sterk gestuurd wordt door de druk die ze ervaren vanuit hun omgeving om mannelijk te zijn”, aldus onderzoeker Laora Mastari. En die druk wordt ook ervaren door trans mannen, zo maakt bijvoorbeeld artiest en Instagrammer Mars Elliot Wright duidelijk in één van zijn video’s. “Ik moest al die manieren leren om een jongen te zijn die aan mannen werden geleerd.”
Genderexpressie: kleding
Daarnaast dringt de rol van gender op het werk zich ‘s ochtends bij het aankleden aan ons op. Een vrouw kan kiezen voor een ‘powersuit’, maar hoewel sterren als Harry Styles, Sam Smith et Billy Porter op de catwalk de gendernormen proberen te doorbreken zullen in België in veel vakgebieden de collega’s (helaas) nog vreemd opkijken als een man ‘s ochtends binnenkomt in een jurk. Bij transgender personen in transitie valt een verandering in genderexpressie vaak als eerste op, zo vertelt Remke Verdegem in het Algemeen Dagblad: “Verdegems transitie begon met een andere manier van kleden. Ze liet haar maatpakken steeds vaker in de kast hangen en koos regelmatig voor meer casual outfits. Eerst gebruikte ze transparante nagellak, later werden dat kleurtjes. De oogmake-up werd ook beetje bij beetje meer. ’Mijn collega’s zagen dit natuurlijk ook. Maar ze vonden het moeilijk om een gesprek hierover aan te gaan met mij. Ze stapten naar mijn leidinggevende toe om te vragen wat er met mij aan de hand was. Zij zei toen: ‘Dat kun je gewoon aan Remke zelf vragen’.’”
Sommige personen zien zich helaas genoodzaakt om na een coming-out ander werk te zoeken, zoals de Gentse Fleur. Op Instagram durft Fleur zich vandaag in gewaagde lingerie te tonen met oogschaduw en haren die roze zijn geverfd, iets wat vier jaar geleden nog ondenkbaar was geweest. Hen was twaalf jaar lang protestants-evangelische godsdienstleerkracht. “Het blijft een levensbeschouwing waarbinnen bepaalde mensen niet akkoord gaan met de manier waarop ik mijn gender nu beleef. Het was voor mij niet meer mogelijk om die twee werelden met elkaar te rijmen. Nu heb ik een nieuwe job in Gent. Ik werk als fleet manager bij Partago, een burgercoöperatie voor elektrische deelauto’s, en daar heb ik nog nooit opmerkingen gekregen over mijn gender.”
Nieuwe stereotypes
De stereotypen over man en vrouw slepen we al lang met ons mee, maar volgens Yeadon-Lee (2016) komt er daar de nu eentje bij: het stereotype van gender non-binaire personen. Volgens dat nieuwe stereotype zijn zij jong, wit, androgyn, smal, ‘stylish’ en hebben ze de sekse vrouw’ toegewezen gekregen bij de geboorte. Dit stereotype komt voort uit de context van forums en blogs. “Men gaat zich proberen te vergelijken met anderen en zich zo dus proberen te meten aan dit ideaalbeeld of stereotype. Non-binaire of queer genderidentiteiten krijgen hierdoor een bepaalde sociale status toegemeten, waardoor men bepaalde ideeën ontwikkelt over hoe gender non-binaire en genderqueer personen eruit zouden moeten zien.” (Alvarez, 2019)
Queer en STEM
Maar dat stereotype is natuurlijk niet overal al ingeburgerd. Wetenschap, technologie, techniek en wiskunde (STEM) worden bijvoorbeeld vaak gestereotypeerd als ruimten waarin persoonlijke identiteit ondergeschikt is aan objectieve wetenschappelijke waarheden. Bijgevolg zijn rigide verwachtingen van gender en seksualiteit wijdverbreid. Dat blijkt al tijdens de studie: studenten biologie hebben vaak moeite met het leren over de voortplanting van planten (Hershey, 2005; Coley en Tanner, 2012), omdat die zich aseksueel kunnen voortplanten, sperma- én eicellen kunnen hebben en zich kunnen voortplanten met planten op een afstand van wel 1.700 km. (Aramati Casper e.a., 2022). Dat past niet in het binaire wereldbeeld. En leren over planten lost de heteronormatieve aannames natuurlijk niet ineens op. Onderzoekers ontdekten dat die aannames gesprekken over gender en seksualiteit op bèta/technische werkplekken vaak stilleggen en resulteren in gecompliceerde zelfonderhandelingen voor queer/LGBTQIA+ professionals.
De creatieve sector
Hoe anders is dat in de culturele sector, waar gesprekken over gender publiekelijk gevoerd worden en queer professionals met open armen worden ontvangen. Dat betekent natuurlijk niet dat alles in kannen en kruiken is, blijkt ook uit het rapport Zo man, zo vrouw? Gender en de creatieve sector in Vlaanderen uit 2018. In het rapport wordt ingegaan op genderongelijkheden in beroepsstatuten, verloning en arbeidstevredenheid over verschillende disciplines binnen de creatieve sector.
Notre projet de recherche
Met dit blog hebben we geprobeerd verschillende puzzelstukjes aan elkaar te leggen. Maar om echt meer inzicht te krijgen op hoe genderstereotypen op het werk bij trans/non-binaire personen doorwerken, besteden we hier uitgebreid aandacht aan in ons eigen onderzoek. Na publicatie volgt dan ook zeker een update van deze blog.